Sinds 15 februari 1856 beschikte Zevenaar over een monumentaal stationsgebouw. Het werd opgericht door de Nederlandsche Rhijnspoorweg (N.R.S.) in verband met de gelijktijdige opening van de spoorlijn van Amsterdam via Arnhem en Zevenaar naar Emmerik. Rotterdam had ook een aansluiting op deze spoorlijn door de in 1855 aangelegde lijn Rotterdam-Utrecht. Van Emmerik liep de lijn door naar Keulen. Het was door deze spoorverbinding dat de twee belangrijkste havens van Nederland een directe aansluiting kregen op het voor de handel zo belangrijke Duitse industriegebied.
Een kadaster is een speciaal soort plattegrond. Daarop staan niet alleen huizen, boerderijen, wegen en rivieren getekend. Ook staat er welk stuk land van wie is. Het kadaster van Kleef (waar dus ook een deel van de Liemers op staat) is één van de oudste en meest precieze kadasters van Midden-Europa. Het is gemaakt in de 18e eeuw en bestond uit meer dan 1000 kaarten. Hoe werden die kaarten gemaakt en waarom?
Het Kleefs kadasterproject kan tot de oudste en nauwkeurigste van Midden-Europa worden gerekend. Het doel van dit kadaster was het uit de weg ruimen van de vele onrechtvaardigheden van het achterhaalde belastingstelsel en het tegengaan van iedere vorm van bedrog bij de aangifte van het belastbare land. De staat wilde wat de belastingen betreft niet meer afhankelijk zijn van de aangiften van de onderdanen, maar zelf over een nauwkeurig overzicht van het belastingplichtige en belastingvrije land beschikken.
Sinds de Tweede Wereldoorlog is het landschap van de Liemers enorm veranderd. Wat is er precies veranderd? En welk effect had dat op het gebied van bereikbaarheid, landbouw en toerisme. Meer over de veranderingen direct na de oorlog en korter geleden? Lees het hier.
Na de Tweede Wereldoorlog werd met stijgende verwondering gekeken naar de snelheid waarmee vernielde bruggen en wegen werden hersteld. Zou de met kranten dichtgeplakte Liemers worden opengebroken? Men snakte naar verbetering van de levensomstandigheden en nam niet meer genoegen met oplappen van het oude. Het Marshallplan – hulp van de Amerikanen – zou grote veranderingen teweeg brengen. Hier en daar was men wel bang voor te grote bemoeienis van de geldschieter. Maar het verlangen naar meer werk, betere wegverbindingen, uitbreiden van contacten, grotere bedrijven enz. zorgden dat nieuwe plannen van de overheid toch gaandeweg werden geaccepteerd.
De oudst bekende vermelding van de Liemers uit het jaar 838 geeft de naam weer als Leomerike, ook wel Leomeriche. De naam betekent: moerassig gebied, dat in de luwte ligt. Helemaal zeker is dit niet, maar het past wel goed in het landschap zoals we dat kennen, omdat de Liemers tussen de stuwwallen van de Veluwe, Nijmegen en het Montferland in ligt. Dit gebied tussen de stuwwallen wordt gekenmerkt door rivieren met hun stroomgordels, komgebieden en dekzanden.
Water is altijd belangrijk geweest in de Liemers. De drie rivieren Neder-Rijn, Ijssel en Oude-Ijssel vormen de grenzen van de streek. En de mensen moesten zien te leven met het water en de vele overstromingen. Het graven van het Pannerdens Kanaal in 1707 zou hier verandering in brengen. Maar was dat ook het geval? Of werd de Liemers nog natter? Lees het hier.
Water speelt in de Liemers altijd een rol. Het gebied wordt begrensd door rivieren. Heel lang was bijvoorbeeld de Neder-Rijn de zuidgrens van de Kleefse Liemers. Daarin kwam verandering door het graven van het Pannerdens Kanaal. De Liemers werd er letterlijk groter door. Maar ook natter!
In juni 1815 verliest Napoleon de slag bij Waterloo. Dat is het einde van zijn keizerschap. De Fransen zijn in Nederland niet meer de baas. Nederland wordt weer Nederland. Maar Zevenaar en Lobith moeten wat langer geduld hebben. Daar kon pas in 1816 en 1817 feest worden gevierd. Je leest hier hoe dat kwam.
Rookpluimen stijgen hier en daar op van boerenhoeven, verspreid over heide en woeste grond. In de vele veldovens rond de heuvels van het Montferland (dat veel later pas die naam krijgt) wordt ijzer gesmolten. Het ijzer wordt gevonden in de heuvels in de vorm van klapperstenen. Omdat de bomen gebruikt worden voor houtskool zijn de heuvels vrijwel kaal. Zo ziet het Liemerse landschap er meer dan 1000 jaar geleden uit. Tot rond het jaar 1000 heet deze streek Hamaland. De bewoners zijn nakomelingen van de Chamaven, een Germaanse stam die tot de Franken wordt gerekend.
Lange tijd waren er in de Liemers allerlei kleine bedrijfjes die landbouwproducten verwerkten. Dit veranderde in de negentiende eeuw. Dankzij de aanwezigheid van rivierklei, goede verbindingen via water en goedkope arbeidskrachten ontstonden steenfabrieken. Dankzij de aanwezigheid van oer of ijzerhoudende lagen in de grond van Bergh en Wehl kon ijzererts gewonnen worden en konden ijzerfabrieken ontstaan.
Lange tijd hielden de mensen in de Liemers zich vooral bezig met landbouw. Dit veranderde in de 19e eeuw. Vooral langs de rivieren ontstonden steenfabrieken. Bij Bergh en Wehl zat kon ijzererts gewonnen worden en kwamen er ijzerfabrieken. En door de komst van machines gingen er meer kleine fabriekjes van start. Welke dat waren? Lees snel verder!
Karakterschetsen van de Liemers roemen vaak het rijke verenigingsleven waarin schutterijen, carnavalsverenigingen en processies een prominente rol innemen. Al deze verenigingen vinden hun oorsprong in de katholieke emancipatiegolf die rond het midden van de negentiende eeuw in volle zwang kwam. Het Rijke Roomse Leven was honderd jaar later diep geworteld in onze regio.
Als mensen het over de Liemers hebben, wordt vaak genoemd dat daar zoveel verenigingen actief zijn. Schutterijen, carnavalsverenigingen en processies zijn in veel dorpen belangrijk. Al die verenigingen komen door het katholieke geloof. Dat was heel groot in de Liemers, terwijl de rest van Nederland protestant was. Hoe zit dat? Je leest het hier.
Vanaf het eind van de zevende eeuw kwamen uit Engeland en Ierland afkomstige missionarissen, naar onze streken om de ‘heidense’ Friezen en Saksen te bekeren tot het christendom. Zij werden daarbij gesteund door de christelijke Franken. De Franken wonnen uiteindelijk de oorlogen tegen de Friezen en de Saksen. De Lage Landen vielen vanaf dat moment onder het bewind van de Frankische koningen. Het duurde tot omstreeks het jaar 1000 voordat alle ‘heidense’ bewoners ook daadwerkelijk gekerstend waren en de ‘heidense’ religies van de Friezen en de Saksen waren uitgestorven.
Wist je dat de Romeinen hier bijna 500 jaar gewoond hebben? Bij ons lag de ‘Limes’, de grens van het Romeinse Rijk en Romeinse soldaten bewaakten deze grens. Het deel van de Liemers ten zuiden van de Rijn hoorde bij het Romeinse Rijk. De Romeinen waren een superslim volk. Ze konden lezen en schrijven en maakten allerlei bouwwerken. Ook in ons gebied leverden ze een knap staaltje werk.
Overal in de wereld kwamen marken voor in de middeleeuwen. In Nederland waren deze grotendeels in de oostelijke gebieden te vinden. De hele Achterhoek was bijvoorbeeld in marken verdeeld. In de Liemers waren onder meer marken in Bergh, Didam, Wehl en Angerlo. De Germaanse betekenis van het woord mark (marke) kwam overeen met het Latijnse woord limes (grens, grensgebied). Aan de rand van bewoonde gebieden lagen woeste gronden (bossen, veengronden, heidevelden, moerassen) voor gemeenschappelijk gebruik, markengronden genoemd. De vereniging van personen die deze ‘gemene’ (gemeenschappelijke) gronden in onverdeeld eigendom bezat, werd markgenootschap of kortweg mark genoemd.
Een tijd lang was de officiële godsdienst in Nederland het protestantisme. Je mocht dus eigenlijk niet katholiek zijn. In 1848 werd de vrijheid van godsdienst in de grondwet opgenomen en konden de katholieken in de Liemers hun geloof weer openlijk uitoefenen. Vanaf die tijd werd het katholiek geloof steeds belangrijker. Wat merkten we daarvan in de Liemers?
Vanaf eind zeventiende eeuw konden rooms-katholieken in de Liemers niet openlijk hun geloof praktiseren. In de Kleefse enclave (Zevenaar, Duiven, Groessen, Loo) konden ze dit min of meer wel. In 1796 en in de Kleefse enclave in 1816 werden alle kerkgenootschappen gelijkgesteld.
Op veel plaatsen in de Liemers wonen al mensen sinds de Romeinse tijd. Maar wanneer werd er voor het eerst gesproken en geschreven over de ‘Liemers’? Het oudste document waarin het is teruggevonden, komt uit 838. Daarin wordt de naam Pagus Leomerike genoemd. Dat is de oude naam van de Liemers. In hetzelfde document lezen we ook een aantal andere oude plaatsnamen van de Liemers. Lees hier welke!