Het Kleefse kadaster
Het Kleefs kadasterproject kan tot de oudste en nauwkeurigste van Midden-Europa worden gerekend. Het doel van dit kadaster was het uit de weg ruimen van de vele onrechtvaardigheden van het achterhaalde belastingstelsel en het tegengaan van iedere vorm van bedrog bij de aangifte van het belastbare land. De staat wilde wat de belastingen betreft niet meer afhankelijk zijn van de aangiften van de onderdanen, maar zelf over een nauwkeurig overzicht van het belastingplichtige en belastingvrije land beschikken.
Kadaster
Meten met koperen ketting
Eerdere pogingen om te komen tot de invoering van een nieuw kadaster waren in de zeventiende eeuw mislukt. Vandaar dat de Pruisische koning Friedrich Wilhelm I (1713-1740) op aandrang van de Kleefse autoriteiten besloot om in 1731 te beginnen met de vorming van een uniform kadastersysteem van het hertogdom Kleef. Deze Pruisische provincie had een oppervlakte van bijna tweehonderdduizend hectare. Gedurende vier jaar hadden er constant zo’n vijf Ingenieur-Offiziere aan gewerkt om de iets meer dan duizend kadasterkaarten te vervaardigen. In het landmeetkundige wezen van de achttiende eeuw betekende dit het opmeten van de lengten en breedten van de percelen met behulp van een koperen ketting. Deze was geijkt en moest zeer zorgvuldig worden bewaard.
Cartografen
Voor het maken van de kaarten waren twee soorten cartografen actief. De makers met een militaire achtergrond tekenden plattegronden van de woningen terwijl de civiele tekenaars de woningen in vogelvluchtperspectief weergaven. Eén ding hebben alle kaartverzamelingen gemeen; van geen enkele stad werd een plattegrond vervaardigd. De kaarten voor het ambt Lijmers werden hoogstwaarschijnlijk in 1733-1734 vervaardigd door de Ingenieur-kapitein J. Guionneau.
Ingenieur-kapitein J. Guionneau
Guionneau behoorde tot het ‘Corps des Ingénieurs’ dat in Maagdenburg was gelegerd. Dit korps was een speciale eenheid van het leger van koning Frederik Willem I van Pruisen. De bevelhebbers van het korps waren afkomstig uit andere landen, of in het buitenland opgeleide specialisten. Zij vertrouwden de opdracht in het Kleefse gebied alleen toe aan officieren, die bekend waren met de uit Nederland stammende landmeetkundige methoden (driehoeksmeting). Op 12 augustus 1733 kreeg Guionneau uitbetaald voor het in kaart brengen van Oud-Zevenaar terwijl hij op 15 maart 1734 zijn beloning ontving voor het opmeten en tekenen van het ambt Lijmers. Omstreeks 1735 was Guionneau klaar met zijn karteringswerkzaamheden in de heerlijkheid Wehl en het Ambt Liemers.
Kaarten en registers
Het Ambt Liemers, ongeveer het gebied van de huidige gemeenten Zevenaar en Duiven, had een oppervlakte van circa 6200 hectare. Er waren 49 kadasterkaarten met afmetingen van ongeveer 100 bij 70 centimeter voor nodig om het gehele Ambt Liemers, in kleur (!), gekarteerd te krijgen. De heerlijkheid Wehl werd in zestien kaarten vastgelegd. Bij de kaarten behoorde ook een zogenaamd Feldbuch ('Hypothekenbuch') of register dat de kaarten van het desbetreffende rechtsgebied (stad, ambt of heerlijkheid) opsomt en aanvullende informatie biedt. Zo vinden we er onder de namen van iedere eigenaar diens percelen, gerubriceerd naar zijn bezittingen (boerderijen, keuterijen enzovoort). Aan het eind van ieder register staan de stukken grond, zoals bijvoorbeeld wegen of de toen nog uitgestrekte, ongecultiveerde landstukken, die meestal als heide, veen of turfveen aangegeven zijn.
Bron van informatie
Het Kleefs Kadaster is een onuitputtelijke bron van informatie over het landschap, eigendomsverhoudingen, de samenstelling van de nederzettingen, de vormen van de dorpen en landbouwgronden, het wegennet en het grondgebruik in de huidige gemeente Duiven en de voormalige gemeenten Wehl en Zevenaar in de eerste helft van de achttiende eeuw. Daarnaast bevat dit cartografisch document de nodige stof voor hen die in naamkunde en genealogie zijn geïnteresseerd. Uit onderzoek van de universiteit van Bonn uit 1988 is gebleken dat, hoewel het ruim 250 jaar geleden was dat de opmetingen werden gedaan, de oude kaarten nauwelijks van de recente kaarten afwijken.
Alex Koster en Jan Zweers
Literatuur
A.W.A. Bruins, Het Kleefs Kadaster, 1731-1738. Een hoogtepunt van de vroege achttiende eeuwse landmeetkunde. Zevenaar, 2001.
Kurt Kettner, Der Versuch einer Katasterreform in Cleve unter Friedrich Wilhelm I. Bonn, 1929. Voor speciaal wat betreft Zevenaar zie blz. 86 en 88.