Vroegste vermeldingen
Veel plaatsen in de Liemers werden al sinds de laat-Romeinse tijd bewoond. Maar wanneer werd er voor het eerst gesproken en geschreven over de Liemers? De oudste bekende vermelding staat in een akte uit 838. De voorganger van de naam Liemers wordt daarin genoemd. Er wordt gesproken van Pagus Leomerike. In deze bron uit de negende eeuw lezen we ook de eerste vermeldingen van een aantal andere plaatsen in de Liemers.
Betekenis en verandering
De betekenis van de naam Pagus Leomerikeis gehuld in mysteries. Sommige onderzoekers denken dat het verwijst naar ‘een landstreek die in de luwte of aan de lijzijde ligt’. Anderen spreken over een moerasland. Maar hoe veranderde het woord Leomerike in Liemers? Dat heeft te maken met diftongering ofwel klankverandering. We zien dit in vrijwel alle Liemerse plaatsnamen terug. De ‘eo’in Leomerike werd na verloop van tijd een ‘ie’. Hoe het tweede deel van het woord (-merike) veranderde in -mers is niet bekend. Eén theorie stelt dat degene die een afschrift maakte van de oorspronkelijke acte van 838 een vergissing heeft gemaakt.
Gruosna en Thuvine (838)
Behalve het gebied de Liemers worden er nog andere plaatsen genoemd in de akte van 838. De akte was namelijk een ruilovereenkomst tussen het Sticht Utrecht en een zekere graaf Rodgar. Graaf Rodgar gaf de gewijde kerk van Duiven en bijbehorende goederen aan het Sticht Utrecht. In ruil ontving de graaf het recht om gebruik te maken van de gewijde kerk van Groessen en bijbehorende goederen (het hof en land). In de ruilovereenkomst worden Groessen en Duiven met hun middeleeuwse namen Gruosna en Thuvine genoemd. Waarschijnlijk komt het middeleeuwse woord Thuvine van het Germaanse Thuba, wat verwijst naar een verhoging in het landschap. Gruosna betekent waarschijnlijk weidegebied.
Fumarhara (838)
In de ruilovereenkomst van 838 wordt de naam Fumarhara genoemd. Het kan zijn dat daar het huidige Zevenaar mee wordt bedoeld, maar daarover zijn de meningen wederom verdeeld. Als het echt om Zevenaar gaat, moeter – net als bij het woord Leomerike – een fout zijn gemaakt in de kopie die in latere eeuwen is gemaakt. Een van de oudste zekere namen van Zevenaar is namelijk Subenhara. Deze naam komen we het eerst tegen in een keizerlijk diploma uit de elfde eeuw. Het laatste deel ‘hara’ verwijst waarschijnlijk naar een zand- of heuvelrug. Zevenaar zou dus ‘Zeven ruggen’ betekenen. In de dertiende eeuw werden namen gebruikt die steeds meer op het moderne woord Zevenaar begonnen te lijken; men sprak van Sevenare, Zevenare of Sevenar.
Hosla (970)
Duiven en Groessen komen in 970 nog een keer voor in de historische bronnen. Graaf Wichman schonk destijds bezittingen aan de abdij van Elten. Deze bezittingen lagen onder meer in Groessen, Duiven en Hosla. Hosla staat voor Hoesselt, Huselerij, Hoesselarij, Husselarij. We weten niet wat de naam Hosla betekent. Wat we wel weten is dat de naam vaak voorkwam op oude kaarten. Het was dus een belangrijke plek. Het voormalige buurtschap Hosla ligt aan de zuidkant van het huidige Loo, bij de Husselarijstraat. De naam Loo verwijst naar een open plek in een bosgebied.Net zoals veel andere plaatsen in de Liemers had Loo vroeger een andere naam.
Angeroyen (1340)
Voordat Loo haar huidige naam kreeg, werd het Angeroyen genoemd, wat ‘Angerense waarden’ betekent. Toen er nog geen dijken waren hoorde het bij Angeren, gelegen aan de andere kant van de rivier. Toen de Rijn zich verplaatste kwam Angeroyen in Liemers gebied te liggen. We lezen het eerst over Angeroyen in 1340. Een akte vermeldt dat graaf Reinoud III van Gelre zijn bezittingen verpand aan de Kleefse graaf. In latere vermeldingen wordt Angeroyen in één adem genoemd met het ‘Lohese Velt’, dat in de late middeleeuwen was ontgonnen. Vanaf ongeveer de vijftiende eeuw wordt de naam Angeroyen steeds minder gebruikt en spreekt men steeds vaker van Loo.
Leomerike werd Liemers
Hoewel de Liemers en haar plaatsen al eerder bestonden vinden we het geschreven bewijs pas in de negende eeuw en de eeuwen daarna. De naam de Liemers en de namen van de plaatsen zijn in de loop der tijd veranderd. Hoe dat gebeurde weten we nietprecies. In veel gevallen hebben klankverandering of veranderingen in het landschap een rol gespeeld. Zo werd Gruosna Groessen, Angeroyen werd Loo, Thuvine werd Duiven en Leomerike werd Liemers.
Literatuur
A.G. Van Dalen, Gelderse historie in de Liemers, deel 1(Arnhem 1971)
http://www.ijpelaan.nl/Archief/Kennemerland/Vroeg-SintMaarten-Oorkonden.html#nr20
Jan Verhagen en Dick Jonker, ‘Oorsprong van de drie dorpen’, in: Bob Gerritsen e.a., Duiven Groessen Loo. Uit de historie van drie Liemerse dorpen (Zevenaar 2013)
Maurtis Gysseling, ‘De naam Zevenaar’, in: A.J.M. Akkermans e.a., Zevenaar. Stad in de Liemers (1986)