Accessibility Tools

Skip to main content

Katholieke emancipatie

Karakterschetsen van de Liemers roemen vaak het rijke verenigingsleven waarin schutterijen, carnavalsverenigingen en processies een prominente rol innemen. Al deze verenigingen vinden hun oorsprong in de katholieke emancipatiegolf die rond het midden van de negentiende eeuw in volle zwang kwam. Het Rijke Roomse Leven was honderd jaar later diep geworteld in onze regio.

Liemers Museum

De Liemers was van oudsher een uiterst katholieke regio - mede door de relatieve godsdienstvrijheid die in het Hertogdom Kleef had gegolden. Doordat een groot deel van de regio eeuwenlang daartoe had behoord - de zogenaamde Kleefse enclaves - was een aanzienlijk deel van de bevolking na de Reformatie katholiek gebleven. Ook in de overige gebieden van de Liemers was het merendeel van de bevolking Rooms. Daar werd zij echter keihard gediscrimineerd. In de Nederlandse Republiek was het calvinisme staatsgodsdienst. Katholieke kerken werden onteigend en katholiek onderwijs verboden. In tegenstelling tot de Gelderse gebieden, hadden katholieken in de enclaves hun rechten weten te behouden. Katholieken uit Bergh, Didam en Gendringen kerkten daarom in de meer liberale enclaves. Er werd getrouwd en kinderen werden er gedoopt.

Kleefse enclaves bij Nederland

In 1816 werden de Kleefse enclaves bij Nederland gevoegd. Hoewel het Koninkrijk formeel godsdienstvrijheid garandeerde, werden katholieken ronduit gediscrimineerd. Zo waren zij achtergesteld op het gebied van onderwijs en bestuur. Zo bleef het merendeel van de Liemerse burgemeesters tot diep in de negentiende eeuw protestants. In de Liemers leidde deze openlijke discriminatie aanvankelijk tot problemen. In 1816 werden processies bij wet verboden. De katholieke manifestaties zouden aanstoot geven aan protestanten. Pastoors uit de enclaves kwamen hier hevig tegen in opstand en het lukte uiteindelijk een uitzonderingspositie voor processies in de enclaves te krijgen.

Relletjes en leuzen

In 1830 barstte de bom. Tijdens de Belgische opstand - waarmee onze zuiderburen zich afsplitsten van Nederland - werden Liemerse jongeren opgeroepen voor de militaire dienst. De katholieke jongeren hadden weinig zin om tegen hun geloofsgenoten in het zuiden te vechten. Op verschillende plekken zoals in Zevenaar en Lobith braken relletjes uit. In Lobith dreigde een groep jongeren het huis van de burgemeester in brand te steken, mochten zij opgeroepen worden. Ook schreeuwden zij Belgische leuzen. De Zevenaarse Hendrik Beeks verklaarde 'dat den eersten die een nummer uit den vlesch wilde nemen hij dood steken zoude'. Het noopte tot militair ingrijpen. Onder leiding van Gouverneur Van Heeckeren van Kell trok een leger van negentig man naar de Liemers om orde op zaken te stellen.

Van Nispen

De Zevenaarse adellijke familie Van Nispen vervulde een voortrekkersrol in de katholieke emancipatie in de Liemers. De broers Jan en Carel maakten zich keer op keer hard voor de katholieke zaak. Samen werkten zij zich op van de lokale tot de provinciale politiek. Jan werd zelfs in 1848 als Tweede Kamerlid verkozen en kon zo de regio op landelijk niveau vertegenwoordigen. In het voorjaar van 1830 startten zij een petitie gericht aan de Tweede Kamer. Deze petitie werd regiobreed ondertekend. De eisen waren simpel. Men wilde onder andere vrijheid van drukpers, vrijheid van onderwijs en een gelijke verdeling van ambtenaarsposten.

Vrijheid van godsdienst

De grondwetherziening van 1848 vormde een keerpunt in de achterstelling. Daarin werd vrijheid van godsdienst, drukpers, vereniging en vergadering vastgelegd. Dit maakte de weg vrij voor de grootschalige organisatie van het katholieke volksdeel. In 1853 werd de Bisschoppelijke hiërarchie weer in ere hersteld na een afwezigheid van bijna driehonderd jaar. In dat jaar werd de Liemers bij het aartsbisdom Utrecht gevoegd. Dit besluit kon op veel steun rekenen. Onder leiding van (alweer) de Van Nispens, stuurden de inwoners van Zevenaar een dankbetuiging naar Paus Pius IX. Hij had het herstel mede mogelijk gemaakt. De hechte band met Rome bereikte haar hoogtepunt in de jaren 1860. De eenwording van Italië bedreigde de Pauselijke staat in haar bestaan. Het Vaticaan besloot om katholieke jongeren van over de hele wereld op te roepen om voor de Paus te vechten. In totaal zouden twintigtal 'Zouaven' uit de Liemers aan deze oproep gehoor geven.

Een eigen zuil

De steeds hechter wordende katholieke gemeenschap begon zich nadrukkelijk te manifesteren op politiek en cultureel gebied - resulterend in een eigen 'zuil'. Tegen het einde van de negentiende eeuw kregen de Liemerse gemeenten steeds vaker een katholieke burgemeester. Overal in de regio ontsproten Neogothische kerken om de bevolking van adequate godshuizen te voorzien. Ook werden bestaande kerken uitgebreid. De vrijheid van vereniging zorgde zelfs voor een gigantische opleving van het aantal katholieke verenigingen - waarvan een groot deel vandaag de dag nog steeds bestaan.