Het dorp
U heeft het al in deze krant kunnen lezen: pand ‘Abelskamp’ in Tolkamer wordt gesloopt. Het voormalige warenhuis staat al jaren te verkrotten. De gemeente heeft gelukkig kunnen ingrijpen en het pand opgekocht. Op de plek in de Hoofdstraat zal een parkeerterrein komen met een plantsoen. Mogelijk zullen er in de toekomst woningen worden gebouwd. Kijk, dat vind ik nou mooi; inbreiden in plaats van uitbreiden.
Collectie familie Beekman
In veel Liemerse kernen staan lege panden te vergammelen. Wat zou het fijn zijn als gemeenten, woningbouwcorporaties en particulieren deze panden opkopen, afbreken en het vrijgekomen terrein herbouwen. De leefbaarheid binnen de kernen zal toenemen. Bovendien worden zo ook onze fraaie buitengebieden gespaard. Geen uitbreiding, maar inbreiding, dat zou wat mij betreft het devies moeten zijn. De gemeente Rijnwaarden verdient wat dat betreft een dikke pluim.
Maar toch, de aanstaande sloop “maakt me wat melancholiek”, om uit het lied ‘Het dorp’ te citeren. Weer een stukje van het Lobith-Tolkamer van mijn jeugd weg: de gebouwen van de oude kleuterschool en lagere school, de mavo, de huishoudschool, het oude pijlhuisje en nu dus pand Abelskamp, de voormalige Winkel van Sinkel, waar werkelijk van alles te koop was. Als we thuis iets nodig hadden, dan staken wij, de kinderen Mulder, schuin de straat over naar ‘Abeltjeskamp’, zoals wij dat in onze kinderlijke taal verhaspelden. En we kwamen er graag, want we waren heel welkom bij familie Abelskamp-Beekman. We konden in het gigantische pand eindeloos spelen met de kinderen van het gezin. Bovendien had de familie een geweldige dierenschaar: konijnen, kippen, twee poedels en een huisgeit, door mijn zusje liefdevol ‘Smoeksie Beekman’ genoemd. Maar ja, “dat dorp van toen, het is voorbij, dit is al wat er bleef voor mij, een ansicht en herinneringen”. Fijne herinneringen, dat zeker, aan een bijzondere familie.