"We liepen achter de wagen naar Giesbeek" - Herinneringen aan de evacuatie van Annie Smit-Berends uit Duiven
80 jaar geleden werd Nederland bevrijd. In de aanloop daarnaartoe vonden in de Liemers hevige gevechten plaats. Tijdens de winter van 1944-1945 moesten duizenden inwoners noodgedwongen vluchten voor het oorlogsgeweld. In deze serie deelt het Cultuur- en Erfgoedpact persoonlijke herinneringen aan deze evacuatie, als onderdeel van de herdenking van 80 Jaar Vrijheid in de Liemers.
Annie Smit-Berends (geb. 1939) groeit op in een huis vol leven aan de Rijksweg in Duiven. Als de oorlog uitbreekt moet haar gezin leren leven met overal Duitse soldaten om zich heen, regelmatig schuilen voor gevaar bij buren, en uiteindelijk evacueren naar Giesbeek – lopend achter een wagen vol spullen, door het hoge water.

Annie Smit-Berends (2025)
Een huis vol leven aan de Rijksweg
Annie Berends werd geboren in 1939 in Duiven, als derde van uiteindelijk tien kinderen. Ze groeide op aan de Rijksweg, samen met haar ouders, zes zussen en drie broers. Het huis was een aanbouw aan de danszaal van het café van de familie Polman; met een woonkamer, keukentje, een kelder, twee slaapkamertjes boven en een zolder. De meisjes sliepen met zijn zessen op de twee slaapkamertjes. De jongens met z’n vieren op zolder. Water kwam uit de pomp, koken gebeurde op een petroleumstel of op de grote kachel in de woonkamer.
Annies ouders waren hardwerkende mensen. Haar vader werkte bij de Algemene Kunstzijde Unie (AKU) in Arnhem en stond bekend als iemand die altijd klaarstond om anderen te helpen. Tijdens de oorlog zorgde hij bijvoorbeeld niet alleen voor zijn eigen gezin, maar ook voor het gezin van een schoonzus, wier man naar Duitsland was gestuurd voor dwangarbeid. Hij haalde voedsel van het land en het waren vaak Annie en haar broers en zussen die dit naar het gezin brachten, omdat het allemaal dichtbij lag. Deze solidariteit typeerde zijn karakter: zorgzaam, onvermoeibaar en betrokken bij de mensen om hem heen.
L: Links het huis waar de familie Berends woonde, rechts het woonhuis van de familie Polman met café. | R: Vlnr: Broers en zussen Henk, Gerda, Annie en Gerard voor hun ouderlijk huis (rechtsachter), 1942.
Oorlog in en om het huis
De oorlog brak uit toen Annie nog maar een jaar oud was. Het gezin was toen met zijn zessen. Annie groeide op in een tijd waarin Duitse soldaten het dorp bezetten en overal hun aanwezigheid lieten gelden. Duitse soldaten sliepen in de buurt en legden beslag op gebouwen en voedsel. Achter het huis was een moestuin en boomgaard van de familie Polman, waar ook Annies vader in alle seizoenen groente verbouwde. Ook deze groente was niet veilig voor de Duitsers.
Op een dag kwamen Duitse soldaten met een teil vol geplukte boerenkool het huis binnen. "Die hadden ze gewoon uit onze tuin gepakt", vertelt Annie. Ze eisten de keuken op en kookten de groente in de wasketel die normaal door Annie's moeder werd gebruikt om de was in te koken. De groente werd niet gewassen; vol rupsen en viezigheid verdween die direct in de ketel. Annie herinnert zich: "De gruwels trokken over mijn moeders rug, toen ze dat zag gebeuren." Haar moeder waarschuwde de kinderen niets aan te nemen van de soldaten als ze dat zouden aanbieden.
In de garage tegenover hun huis werd een gaarkeuken ingericht door de Duitsers. Daar werkte een Duitse kok die het gezin Berends ‘Kokkie’ noemden. Hij ging heel leuk om met de kinderen en maakte altijd een praatje. Ondanks alles herinnert Annie zich ook vriendelijkheid. "Veel van die soldaten wilden de oorlog niet," zegt ze. "Ze waren ver van hun gezin en net als wij bang."
In die tijd werd er vaak geschuild voor luchtalarm. Dan rende het hele gezin naar een kelder bij de buren, onder begeleiding van hun moeder. Annie herinnert zich het rennen aan haar moeders hand. Na afloop vonden ze soms hulzen van granaten voor hun huis. "Dat was zuiver koper," zei Annie. Haar ouders bewaarden zelfs twee grote koperen hulzen in huis, als een soort herinnering. Die stonden als decoratie op de kast. Een keer miste een granaat op een haar na hun huis. De granaat sloeg in de muur van het achtergelegen klooster in en richtte enorme schade aan. Een man vond hierbij de dood. Annie herinnert zich de schrik en de ontzetting van haar ouders over dit voorval.
Duitse 'Kokkie' met Annies zus Gerda en broer Gerard.| Koperen granaathulzen die Annies ouders gebruikten als vaas.
Nacht in de danszaal van Café Polman
Soms was het thuis te gevaarlijk. Het gezin mocht dan slapen in de danszaal van het café van de familie Polman, vlak naast hun huis. Daar waren ook Duitse soldaten gelegerd. Annie herinnert zich een nacht waarin haar jongste zusje, die toen nog een baby was, bleef huilen, tot woedende Duitse soldaten op de deur bonkten en hen bedreigden. Haar moeder ging daarom midden in de nacht terug naar huis, helemaal alleen, met de huilende baby op de arm. Annies vader bleef bij de andere kinderen. "Dat moet erg traumatiserend zijn geweest voor mijn ouders", bedenkt Annie zich.
Evacuatie naar Giesbeek
Toen Duiven aan het einde van de oorlog onveilig werd, moest het gezin evacueren. Een buurman met paard en wagen bracht hen naar Giesbeek, waar Annie's grootmoeder woonde. De wagen werd opgeladen met beddengoed en spullen. Het gezin met de kleine kinderen liep achter de wagen aan, een route van ongeveer 8 kilometer. Onderweg moesten ze door hoog water omdat de dijk bij Giesbeek door de Duitsers doorgestoken was, waardoor grote delen van het gebied ondergelopen waren tot aan Duiven. Het gezin mocht toen gelukkig even op de wagen zitten, tussen beddengoed en bezittingen.
In Giesbeek werden ze warm onthaald door hun oma, die zij liefdevol ‘opoe’ noemden. Annie beschrijft de winter daar als streng, maar ook als een tijd vol warmte. Omdat het water ook daar tot aan de deur stond, lag alles al snel vol met ijs. Haar oudere broer, die nogal ondernemend was, maakte eerst een vlot waarmee hij peddelend naar de straat ging. Nadat het had gevroren, timmerde hun vader een prikstok met een spijker eronder, zodat ze met het vlot over het ijs konden glijden. Dat werd een feest: met de prikslee bezochten ze buren en familie via het ijs. Ze herinnert zich het avontuurlijke gevoel en de warme familiebanden en gezelligheid. "Mijn vader kende iedereen in Giesbeek omdat hij daar geboren was. De tijd bij oma was echt feest."
De terugkeer naar Duiven
Na de bevrijding keerde het gezin terug naar Duiven, ook weer met paard en wagen. Hun huis was door Duitse soldaten gebruikt. Meubels waren kapot, verdwenen of stonden op vreemde plekken, klaar om als brandhout te dienen. Ze troffen een wasstel aan in een boomgaard, weggehaald uit de slaapkamer. Vroeger gebruikte het gezin dit wasstel dagelijks: een brede kom met een lampetkan, een zeepbakje erop en een spiegel erboven. Daar wasten de kinderen zich elke ochtend mee, want er was in huis geen stromend water. Dat dit meubelstuk uit het huis was gehaald om als brandhout te dienen, maakte grote indruk op Annie.
Van de bevrijding herinnert Annie zich nog de tanks en jeeps van de bevrijders, de Engelse soldaten of 'Tommies' zoals ze genoemd werden. Dat was feest! De kinderen kregen chocolade en mochten een stukje op de jeeps meerijden. De bevrijders zaten daarna gelegerd in dezelfde huizen waar eerder de Duitsers verbleven. Uit het raam van hun post, bij café Polman, riepen ze de kinderen toe in het Engels. Annie verstond hen niet, maar dat maakte niet uit: de kinderen kwamen graag langs, want ze kregen stukjes chocola toegestopt. Natuurlijk wisten al snel steeds meer Duivense kinderen de weg naar dat raam te vinden.
Een leven vol herinneringen
Annie vertelt haar verhaal met warmte en humor. Ze herinnert zich hoe haar vader altijd ‘O Sterre der Zee’ zong op de fiets en hoe ze als kinderen lachten en hielpen in moeilijke tijden. Haar herinneringen laten zien hoe gewone gezinnen, ondanks oorlog en onzekerheid, veerkracht en verbondenheid vonden.
Interviewer: Anna van Velzen | Auteur: Bibi Bodegom
Benieuwd naar hoe Annie haar verhaal vertelt? Luister dan naar aflevering 5 van de podcast Kind op de vlucht – Herinneringen aan de evacuatie van de Liemers 1944-1945 op YouTube, Spotify of Apple Podcasts.
Dit verhaal is onderdeel van 'Evacuatieverhalen van de Liemers', een oral history project van het Cultuur- en Erfgoedpact van de Liemers in samenwerking met de gemeenten Duiven, Westervoort en Zevenaar, Kunstwerk! Liemers Museum, Nomansland Pictures en de historische verenigingen in de Liemers. Een serie indrukwekkende en persoonlijke verhalen van mensen die als kind de Tweede Wereldoorlog meemaakten en eind 1944 moesten vluchten voor het oorlogsgeweld. Op onze website lees je alle verhalen, en in de podcast 'Kind op de vlucht' komen 10 van de getuigen zelf aan het woord.