Wanneer je probeert er iets van te maken, dan kom je er wel doorheen
Het is juni 1966. Over een paar weken, 6 juli, wordt Henk Dellepoort (1956) tien jaar. In dezelfde maand is in Zevenaar een grote uitbraak van tbc. Henk blijkt besmet en wordt vlak voor zijn tiende verjaardag opgenomen in sanatorium Dekkerswald in Groesbeek. Dertien maanden later, Henk is dan al elf, mag hij weer naar huis.
Het is juni 1966. Over een paar weken, 6 juli, wordt Henk Dellepoort (1956) tien jaar. In dezelfde maand is in Zevenaar een grote uitbraak van tbc. Henk blijkt besmet en wordt vlak voor zijn tiende verjaardag opgenomen in sanatorium Dekkerswald in Groesbeek. Dertien maanden later, Henk is dan al elf, mag hij weer naar huis.
De medische wereld van Dekkerswald
“’s Morgens om zes uur hoorde je de kar rammelen. Je kreeg dan een flinke spuit met geneesmiddel in je billen, een paar pillen en een drankje met het nieuwe medicijn PAS. Het drankje was niet te drinken. Om 13.00 en 19.00 uur kwam nog zo’n ronde. Het ergste wat je kon overkomen was een bordje aan jouw voeteinde met de tekst ‘nuchter blijven’. Dit houten bordje werd ‘s nachts opgehangen. Iedere morgen keek ik eerst of aan mijn voeteneinde dat bordje hing. Zo ja, dan wist ik dat ik die dag een onderzoek kreeg.
Onderzoeken
Er waren verschillende onderzoeken. Bij bronchoscopie was je echt de klos. Dan werd jouw hoofd naar achteren getrokken en onder lichte verdoving en bij volle verstand ging een stalen buis jouw longen binnen en konden ze een stukje van jouw longen wegknippen voor onderzoek. Dit vreselijke onderzoek heb ik een paar keer gehad. Ik was doodsbang en ik heb daar nare herinneringen aan. Bij een ander onderzoek werd contrastvloeistof in jouw longen gespoten en vervolgens werd je vastgebonden aan een soort wipwap en heen en weer gewapperd zodat het vloeistof zich goed in de longen verspreidde. En dan werden foto’s gemaakt. Daarna was je een paar dagen bezig om die witte drab uit te hoesten.
Bezoek uit Zevenaar
In het begin kreeg je alleen op zondag bezoek. Later werd dat drie keer in de week. Kinderen onder 12 jaar moesten achter glas blijven vanwege besmettingsgevaar. We werden door de bezoekers gruwelijk verwend: puzzels, kleurboeken, bouwpakketten en enorm veel lego. Dat was ook het enige wat je kon doen. En heel veel snoep, chips en frisdrank. In 1966 had niet iedereen een auto, ook niet het bezoek uit Zevenaar (ouders, ooms en tantes). Zij kwamen twee, drie keer per week met de trein en bus naar Groesbeek. Dat was een hele opgave. Op een gegeven moment vonden ze een ludieke oplossing. De eigenaar van kruidenierswinkel VIVO had een bus voor de bestellingen. Eén van de vaders werkte daar en mocht de bus lenen. Die vader haalde eerst alle inventaris uit de bus en zette er dan (tuin)stoelen in. En dan reed het hele gezelschap uit Zevenaar naar Groesbeek en terug.
Impact
Door mijn lange opname onthechtte ik van mijn leven in Zevenaar. Mijn leven bestond eerst uit voetbal: ik voetbalde veel op straat met de andere jongens. En opeens lag ik dertien maanden in een sanatorium en daarna moest ik nog een half jaar thuis rusten. Ondertussen bleven de vriendjes zich ontwikkelen, ook met voetbal. En waar je vóór Dekkerswald bij de besten hoorde, zat je na die tijd ineens bij de reserves. NàDekkerswald ben ik wel gaan voetballen maar ik kwam niet in hetzelfde elftal als mijn vriendjes. Het niveauverschil dat was ontstaan heb ik nooit meer ingehaald. Dat heeft wel impact op mij gehad. Ook de onthechting van school had impact op mij. Ik vond school altijd leuk maar toen ik terugkwam, vond ik school niets meer aan. Na lange tijd weg te zijn geweest werd ik opeens weer in de schoolklas gedumpt. Iedereen was intussen een jaar verder en er waren vriendschappen ontstaan. In zo’n hechte gemeenschap terugkeren na een lange periode van afwezigheid was lastig.
Het heeft mij gevormd
De gruwelijkheden van Dekkerswald, dat zou ik mijn kinderen niet willen aandoen. Maar ik heb deze periode niet als vervelend ervaren. Op de een of andere wijze heb ik mij er doorheen geslagen. En misschien heb ik er voor de rest van mijn leven ook wel wat aan gehad. Ik heb eindeloos geduld en een optimistische kijk op dingen. Mijn opvatting is: ‘ik kan wel bij de pakken neer gaan zitten, maar dat heeft toch geen zin’. Zo sta ik in het leven en ik denk dat mijn houding mede door de opname in het sanatorium is gevormd.”
Interviewer en auteur: Irma de Theije
Verwante verhalen
Het werden geen voetbalschoenen voor mijn verjaardag, maar een sanatorium bed