Slenterweg: “Stuivesand” Gepkens
Reeds in 1620 wordt er in een akte al melding gemaakt van “Stuivesand” en in 1678 van bewoning door de familie van Woldenburg en vervolgens in 1699 door de familie Schepman.In 1720 wordt de weduwe Bechers genoemd als eigenaresse en in 1749 als pachter de tabaksplanter Jan Gies, gevolgd door Jan Willem Polman en daarna Gijsbert Voortjes.
Het is 1832 als (de in Groessen geboren) Arend Gepkens deze hofstede in zijn bezit krijgt en in 1876 is zijn zoon Theodorus Cornelis Everardus mede-eigenaar. Op 22 mei 1876 brandt de gehele boerderij af, waarna e.e.a. weer herbouwd wordt. De verzekering keert f 5500, = aan gebouwen en f 2000, = aan roerende goederen uit. Als echter op 6 augustus 1885 opnieuw brand uitbreekt bestaan er zeer zware vermoedens van brandstichting tegen Theodorus. Ook nu weer zijn de gebouwen voor f 6000, = en het roerend goed tegen f 2000, = verzekerd. Nadat zijn vrouw en dochter verhoord zijn, wordt Theodorus aangehouden en voorgeleid aan de Officier van Justitie, maar opzet kan niet worden bewezen, echter het vermoeden van kwaadwilligheid blijft bestaan. De boerderij wordt niet meer herbouwd en de familie Gepkens vertrekt uit Ooy (naar Hengelo). In 1886 wordt “Stuivesand” (wat er nog van over is) verkocht aan Hendrik Janzen (opzichter bij de Rhijnspoorwegmaatschappij).
Ook de Panoven behoorde van 1866 tot 1886 tot het bezit van de familie Gepkens, die aan verschillende personen verpacht werd (zie ook artikel Panoven). Hendrik Janzen laat de restanten van het huis slopen en vanaf deze tijd is de boerderij “Stuivesand” alleen nog maar historie.
Dit artikel is onderdeel van het boek 'Ooy door de eeuwen heen', dat mogelijk wordt gemaakt dankzij een stimuleringsbijdrage van het Cultuur- en Erfgoedpact Liemers.