Accessibility Tools

Skip to main content

Die Bren Carriers, dat ging met een enorme snelheid

"In de Doelen hebben we in bedden gelegen van de brandwacht. In de oorlog sliepen in het kantoorgebouw mensen die 's nachts de wacht hielden. Toen wij daar kwamen was dat voorbij en sliepen wij daar. De laatste twee maanden hebben we met een matras onder een machine geslapen. Het was een pleistersnijmachine, geloof ik. Als er wat gebeurde, zou die machine in ieder geval iets tegenhouden."

Ina Kotterman

De bevrijding van Zevenaar

De vroegste herinneringen van Ernest H. Sparenburg (1936) gaan terug tot hij een jaar of twee was. Op een zondagmiddag ging het gezin het nieuwe huis aan het stationsplein bekijken. Zij verbleven daar een groot deel van de oorlog. Op 24 september 1944 zijn zij naar de Doelen verhuisd, het kantoor van Gimborn.

Slapen onder een machine

“In de Doelen hebben we in bedden gelegen van de brandwacht. In de oorlog sliepen in het kantoorgebouw mensen die 's nachts de wacht hielden. Toen wij daar kwamen was dat voorbij en sliepen wij daar. De laatste twee maanden hebben we met een matras onder een machine geslapen. Het was een pleistersnijmachine, geloof ik. Als er wat gebeurde, zou die machine in ieder geval iets tegenhouden.

Bevrijding

Op 3 april 1945 is Zevenaar bevrijd. Vroeg in de ochtend werd ik onder die machine wakker van een enorme klap. Ze hadden het kruispunt in het centrum opgeblazen. Dat was een enorm gat. Wat ik mij kan herinneren van die ochtend is dat mijn vader het raam openschoof om te kijken. En mijn moeder vroeg: ‘Zijn ze er?’.

Rijdend mitrailleurnest

Ik heb de Bren Carriers zien binnenrijden. Dat waren rechthoekige stalen bakken op rupsbanden met een mitrailleur erop, eigenlijk een rijdend mitrailleurnest. Nou, dat verplaatst zich razendsnel. Ik had die dingen nog nooit gezien. Dat had iets. Die dingen kwamen achter elkaar aanhollen. Die Duitse tanks had ik ook wel zien rijden, maar dat ging stapje voor stapje. Maar die Bren Carriers, dat ging met een enorme snelheid.

Door de tuin van Van Nispen

Het Duitse Organisation Todt (OT) had in Zevenaar verschillende pantsermuren opgezet. Maar de tuin van Van Nispen waren zij vergeten. Daardoor konden de Canadezen toch via de tuin en het kasteel van Van Nispen de Wittenburgstraat in. Toen waren ze binnen. De bevolking hielp hen ook om het afsluitsysteem van die pantsermuren te ontmantelen. De bewoners wisten namelijk hoe die in elkaar zaten.

Grapje over de tankvallen (gegraven brede sloten)

Dus die muren hebben geen enkele weerstand geboden. Het was pure flauwekul. Ik heb toen een grapje van mijn vader gehoord. Die ging als volgt: hoelang hadden de geallieerden ervoor nodig om over een tankval heen te komen? Drieëndertig minuten. Als ze bij de val aankwamen lachten ze zich namelijk eerst een half uur rot. En in drie minuten waren ze eroverheen.

Een wereldvreemde zaak

Mijn vader was drie april jarig en hij heeft zijn verjaardag toen niet gevierd. Maar de bevrijding was een verjaardagscadeautje van de bovenste plank. De bevrijding zelf heb ik ervaren als een wereldvreemde zaak. In eens was overal rood-wit-blauw en oranje te zien. Dat was vijf jaar verstoken gebleven. Mensen hadden dat dus allemaal verstopt.”

Verwante verhalen

Mijn vader haalde een list uit

Ik maande mijn broertje om mee de schuilkelder in te gaan