De mens en het Liemers landschap
Landschapshistoricus Ferdinand van Hemmen heeft een droom: duurzaam wonen in de Nederlandse delta. Misschien kan de Liemers hieraan bijdragen. Hier wordt sinds jaar en dag de waterverdeling van Nederland geregeld. Het gebied zal in geval van nood ook wateroffers moeten brengen voor de veiligheid van het hele land.
Het DNA van de Liemers
“De Liemers is een reliëfrijk landschap omringd door water. Hoogtes uit de ijstijd wisselen zich af met vlaktes waar eens de rivieren de baas waren. Het gebied is heel vaak overstroomd geweest. Als er dijken doorbraken in Duitsland, dan liep het water via de Oude IJssel achter Montferland langs. De Liemers kon ook overstromen door doorbraken van dijken bij de IJssel en de Nederrijn. Vooral dat laatste is gebeurd. Oplossingen zoeken voor omgang met water zit dus van oudsher in het DNA van de Liemers.
Het water in de Liemers heeft mensenlevens en cultuurgrond genomen. Maar het water gaf ook veel: het zand en grind uit de grondeloze diepten van de doorbraakkolken werd door het rivierwater uitgestrooid over de omgeving. Deze gronden waren later zo geschikt voor de tabakscultuur en de groente- en fruitteelt. Het water gaf en nam, de mens moest zich steeds aanpassen. Vanaf de middeleeuwen werd dat omgedraaid: de mens ging de natuur aanpassen. Er werden bijvoorbeeld dijken aangelegd. Uiteindelijk hebben we daar de rekeningen voor gekregen.
De grens bereikt
Vóór de tijd van de dijken vloeide het rivierwater in plaats van dat het stroomde. Het vloeide iedere winter via zogenaamde overloopgeulen of crevassen naar de lage komgronden. Die crevassen vind je in de Liemers veel aan de kant van Zevenaar en Babberich. Door de aanleg van dijken werden de rivieren ingesloten. Ze konden hun water moeilijk kwijt en kwamen door het sediment dat ze in de enge ruimte tussen de dijken achterlieten steeds hoger te ligger. Tegelijkertijd klonk het binnendijkse land dramatisch in. Waar ligt dan de grens? Dat kon niet lang goed gaan.
In de achttiende eeuw was men terug bij af. Veel land dat was gewonnen van het water stond weer blank. Het was een ramp om destijds in de Liemers te wonen. Zowat elke winter moest je naar je zoldertje vanwege doorbraken. Het dieptepunt was het verdronken dorp Leuven. Maar sinds de aanleg van dijken was de geest uit de fles. We konden niet meer terug.
Arrogantie en besef
In de jaren 1860 tot 1940 werden de rivieren genormaliseerd. Ze kregen maar één geul en werden met behulp van kribben op hun plek gehouden, alsof ze in een korset waren gestoken. Dat leek gelukt. In de jaren 1960 en 1970 bestond er een groot optimisme, arrogantie bijna. We dachten dat we het water onder controle hadden. Er werd grootschalig gebouwd op plekken waar dat voorheen niet werd gedaan. Bijvoorbeeld in Westervoort, Zevenaar en Duiven. Het idee van maakbaarheid overheerste.
Het optimisme veranderde in de jaren 90. Het hoogwater van begin 1995 was bijna geresulteerd in een overstromingsramp. De dreiging van het water was zo hoog. Als je vanaf de Pleijbrug keek zag je Arnhem-Zuid liggen achter een flinterdunne strook klei met daarlangs een kolkende bruine massa van de rivier. Dat was heel heftig. Achteraf gezien hebben we veel geluk gehad. Op dat moment werd men nog eens herinnerd aan de kwetsbaarheid van in feite de hele Nederlandse delta. Er was een nieuwe aanpak nodig.
Ruimte voor de rivier
Zo rees het besef dat dijken niet alleen moesten worden opgehoogd. Dat heeft een grens. De muur van water kan niet eeuwig door dijken worden tegengehouden. Daarom ontstond het idee van ruimte voor de rivier. Dijken werden teruggelegd, dan konden ze misschien ook minder hoog. De rivierbeddingen werden uitgebaggerd. Kribben werden verlaagd, want die vormden een obstakel voor de rivier welke zich na verloop van tijd steeds verder had ingegraven.
Tijdens het project ruimte voor de rivier werd duidelijk dat we te maken hebben met klimaatverandering. De lat moest hoger. Zo is in 2011 het deltaprogramma ontstaan. Het deltaprogramma zet zich in voor hoogwaterveiligheid en voldoende aanwezigheid van zoetwater. Want de gevolgen van de temperatuur- en zeespiegelstijging komen eerder dan we denken. Dat betekent ook aanzienlijk meer water in de Rijn. We moeten daarop anticiperen en meer ruimte scheppen.
Duurzaam leven
De klimaatverandering is zorgwekkend. We zitten in een neerwaartse spiraal die onomkeerbaar aan het worden is. De Liemers behoort tot de gebieden die dan wateroffers zullen moeten brengen voor de veiligheid van heel Nederland. Ik wil me ervoor inzetten dat die wateroffers dragelijk zijn. Vanuit het idee van solidariteit zouden er wateroffers moeten zijn in heel Nederland. Want we leven nu eenmaal in een delta en daar moeten we mee om leren gaan.
We moeten er samen voor gaan en inzien dat het water niet alleen een dreiging maar ook een sieraad kan zijn voor het gebied. We moeten leren water in onze omgeving niet alleen te tolereren maar ook te waarderen. Het water vertelt onze geschiedenis. We hebben problemen altijd opgelost. En dat moeten we nu weer gaan doen. Niet alleen de Liemers, maar het hele land. Alleen zo kunnen we de droom van duurzaam leven in de delta realiseren.”