Toegankelijkheid

Skip to main content

De Eerste Wereldoorlog in de Liemers

Nederland bleef tijdens de Eerste Wereldoorlog neutraal. Toch voelde de bevolking van de Liemers de gevolgen van de oorlog. Het Duitse leger vestigde zich in Elten. Er kwam een speciaal kamp in Didam en toen de oorlog eindigde kwamen er heel veel krijgsgevangen naar Nederland. Waarom dat was? Lees het hier.

Oudheidkundige Vereniging Didam

Spanning in Europa

De Eerste Wereldoorlog brak uit in 1914. Nederland had toen meer sympathie voor Duitsland dan voor het Britse Rijk. Maar tijdens de eerste jaren van de Eerste Wereldoorlog veranderde dit. Duitse duikboten vielen in die tijd namelijk nogal eens ‘per ongeluk’ schepen aan uit neutrale landen, zoals Nederland. De internationale spanning groeide en Duitsland was bang voor een Britse aanval. Als Nederland mee zou gaan doen aan de oorlog, konden Britse schepen via Rotterdam de Waal en de Rijn opvaren. Ze zouden dan de Duitse oorlogsindustrie flink kunnen aanvallen.

Duitse bunkers

Het Duitse leger wilde zich dicht bij de Nederlandse grens verdedigen tegen een Britse aanval. Ze kozen voor een hoge plek bij de Rijn, dichtbij de Nederlandse grens. Tussen de Hulzenberg in Montferland en de Eltenberg bouwden de Duitsers ongeveer 80 betonnen bunkers en groeven ze loopgraven van ongeveer 10 kilometer lang.

In 1917 waren er ongeveer 4000 Duitse soldaten in Emmerich en Elten. Ze hadden verschillende taken zoals: grenscontroles, scheepvaartcontrole, verbinding, communicatie, spoorwegpersoneel, genie, artillerie en infanterie. Veel soldaten werkten in ploegendiensten in de bunkers en loopgraven.

Uitbraak besmettelijke ziekten in Duitsland

In 1916 en 1917 braken besmettelijke ziekten uit in Duitsland, zoals pokken en vlektyfus. Om verspreiding te voorkomen, werden aan de grens medische controles uitgevoerd. Reizigers per trein mochten alleen via Zevenaar en Oldenzaal Nederland binnenkomen. Als je een paspoort had en kon bewijzen dat je werk had in Nederland, dan mocht je de grens over. Voor deserteurs en krijgsgevangenen werden quarantainekampen gebouwd aan de grens, waaronder een in Didam.

Quarantaine betekent afzonderen, apart zetten. De mensen die misschien ziek waren, werden bij elkaar in een kamp gezet. Ze mochten niet zomaar het land in. In het kamp werden ze onderzocht en werden de zieken verzorgd.

Het quarantainekamp in Didam

Op 18 juni 1917 werd het quarantainekamp in Didam geopend. Een dominee uit Didam leidde het kamp. Het kamp bestond uit negen houten barakken (eenvoudige gebouwtjes). Drie verblijfsbarakken, een zieken- en vrouwenbarak, een huishoudbarak, een bad- en desinfectiebarak, een officiersbarak, een bergplaats en een wachtlokaal.

Er konden maximaal 150 bewoners in dit kamp leven. Er zat prikkeldraad omheen, zodat mensen niet konden vluchten. Het kamp werd bewaakt door militairen.

Verdrag van Versailles

Op 11 november 1918 gaf Duitsland zich over en stopte de oorlog. Dit zorgde ervoor dat heel veel krijgsgevangenen naar Nederland gingen. In Zevenaar kwamen elke dag tussen de 1000 en 2000 mensen de grens over. In juni 1919 werd het Verdrag van Versailles getekend. Duitsland moest de schuld van de oorlog op zich nemen en geld betalen aan de overwinnaars om hun land te herstellen. Ook moesten ze zorgen dat de militaire gebouwen en spullen langs de Rijn werden opgeruimd. De bunkers bij Elten werden in februari en maart 1921 opgeblazen.

Deze pagina is een bewerkte versie van een eerdere publicatie. Bewerking: VAtotZ & Kunstwerk! Liemers Museum.

Literatuur

Zweers, Edwin, Betonnen getuigen van een oorlog die nooit kwam. De Eerste Wereldoorlog in de regio Emmerik-Elten-Bergh, Old Ni-js, lijfblad van de Heemkundekring Bergh, juli 2015, pag. 4-27
Tomas, H., ‘Het quarantainekamp van Didam’, in Oaver Diem 2001, nummer 16
De Maasbode van 27 augustus 1917
Algemeen Handelsblad van 20 november 1918
De Telegraaf van 28 november 1918