Hoe was mijn leven geweest als dit niet was gebeurd?
Frits van Ditshuizen was tweeënhalf jaar oud toen in februari 1945 zijn ouderlijk huis aan de Grietsestraat in Zevenaar werd verwoest door een ontploffing. Zijn vader, zijn broer Ad, zijn zus Rieky en hijzelf overleefden de ramp, maar sindsdien heeft hij zijn moeder en twee zusjes moeten missen. Hij heeft nooit een sluitend antwoord gekregen wat de oorzaak geweest is van de verwoesting van zijn ouderlijk huis.
Frits van Ditshuizen was tweeënhalf jaar oud toen in februari 1945 zijn ouderlijk huis aan de Grietsestraat in Zevenaar werd verwoest door een ontploffing. Zijn vader, zijn broer Ad, zijn zus Rieky en hijzelf overleefden de ramp, maar sindsdien heeft hij zijn moeder en twee zusjes moeten missen. Hij heeft nooit een sluitend antwoord gekregen wat de oorzaak geweest is van de verwoesting van zijn ouderlijk huis.
Hij heeft er nooit over kunnen praten
“Ik was tweeëneenhalf en heb dus weinig bewust meegemaakt van de oorlog zelf. Wel door de verhalen na die tijd, die heel erg op mijn netvlies zijn gaan zitten. We woonden in de Grietsestraat, in de buurt van het bewuste kruispunt dat toen gebombardeerd is. Nu staat daar de bakkerij van Godschalk. Een deel van ons huis is bij die ontploffing weggeslagen. Ik heb geluk gehad dat ik onder de trap terecht kwam en dat ze me later onder het puin weggehaald hebben. Er waren behalve ons gezin nog meer mensen in het huis. Vraag me niet wie dat waren. Ik weet wel dat er wat zijn omgekomen, toen. Ze zijn aan het zoeken gegaan naar mijn moeder en mijn zusjes. Mijn vader bleef alleen achter en hij is nooit meer hertrouwd. Net voor het uitbreken van de oorlog hadden ze al een kind verloren. In 1944 verloor mijn vader in een klap zijn vrouw en nog twee van zijn kinderen. Hij heeft er nooit over kunnen praten.
Een bom of ontploffing?
Ik heb altijd gedacht dat het een bom was, een vliegtuigbom. Er is toen namelijk een boekje uitgekomen waar dat in stond. Later hoorde ik uit de volksmond - en dat is nog niet zo lang geleden - dat het munitie is geweest dat in de grond gezeten heeft en dat ze tot ontploffing gebracht hebben. Het is een beetje tegenstrijdig allemaal, maar het is een goeie klap geweest daar, op dat kruispunt. Een hele hoop mensen hebben het niet overleefd. Ik kan het dus ergens niet geloven dat het een geval van ontploffing van munitie was. Want als je de foto’s ziet van wat er gebeurd is, dan is er een groot stuk waar nog wel woningen stonden, terwijl d’r een gat was waar wij gewoond hebben. Die combinatie maakt dat niemand kan bevestigen wat dat nou precies geweest is. Maar de vraag blijft voor mij nog steeds: wat is het nou geweest?
Het gemis
Als het een vliegtuigbom was, dan was die gegooid door de geallieerden, dat heb ik gehoord. Daarom kan ik nooit naar een 4 mei of 5 mei viering. Het is de herdenking van de bevrijding, maar voor mij was er geen bevrijding. Achteraf niet en nu nog steeds niet. Nee, dat was moeilijk: en nog steeds. Wat me altijd achtervolgd heeft is de vraag: Als het niet gebeurd was, hoe zou dan mijn leven geworden zijn? Ja, ik heb het daar nog steeds moeilijk mee, ondanks dat ik nu 74 ben. Het gemis van je moeder, dat is er bij mij altijd geweest.
De gevolgen van het trauma
Mijn vader was alleen overgebleven en hij kon dat trauma niet verwerken, dus de opvoeding dat ging ook niet helemaal. Dus wat gebeurde er? Wij, kinderen, moesten naar kostschool. Nooit gevraagd: willen jullie? Nee, we moesten. Alle drie op verschillende kostscholen. De een moest onderwijzer worden en de ander die moest zuster worden. Mijn vader had een bedrijf en ik werd gebombardeerd om het bedrijf voort te zetten. Zo werkte dat vroeger, hè. Maar mijn broer is onderwijzer geworden en ik heb dat bedrijfje overgenomen van mijn vader. En mijn zus Rieky is nooit geen non geworden! Vooral mijn zus heeft er last van gehad, van de oorlog. Ze is, net als mijn broer, nooit teruggekomen naar Zevenaar. Ze heeft door heel Nederland gezworven en in de verpleging gewerkt. Begin dit jaar is ze overleden. Mijn broer Ad is onderwijzer geworden en in Delden terecht gekomen. Daar is hij ook overleden. En ik ben dus in Zevenaar gebleven.”
Verwante verhalen
De bevrijding was geen feest voor mijn vader