Grensverlegging Elten

reactiedatum 1963
Foto van het personeel van douane en Marechaussee voor het grenspostgebouw bij de grensovergang Elten - Hüthum in 1962. Van links naar rechts: de eerste douanier Ooyink, de vierde Smits (woonde Emmerichseweg 2), de achtste Van Leeuwen, de veertiende (is tweede van rechts) Breeman. De foto is gemaakt in de periode dat Elten bij Nederland hoorde vanaf 23 april 1949 tot 1 augustus 1963. Dat het gaat om 1962, mogelijk 1963, is te zien aan het type uniform van de Marechaussees. Deze uniformen zijn namelijk pas in 1962 ingevoerd. Foto van het personeel van douane en Marechaussee voor het grenspostgebouw bij de grensovergang Elten - Hüthum in 1962. Van links naar rechts: de eerste douanier Ooyink, de vierde Smits (woonde Emmerichseweg 2), de achtste Van Leeuwen, de veertiende (is tweede van rechts) Breeman. De foto is gemaakt in de periode dat Elten bij Nederland hoorde vanaf 23 april 1949 tot 1 augustus 1963. Dat het gaat om 1962, mogelijk 1963, is te zien aan het type uniform van de Marechaussees. Deze uniformen zijn namelijk pas in 1962 ingevoerd. Liemers Museum

In een provincie met lange grenzen is smokkelen van alle tijden. Uit de Liemers zijn veel smokkelverhalen bekend. Het bekendste is het Azewijns paard, waarbij een Duitser een Nederlands paard met een lasso over een sloot smokkelde. Dit incident wordt in de Nederlandse rechtspraak nog steeds gebruikt als het gaat om grensoverschrijdende delicten. In dit artikel gaan we, gebaseerd op de krantenberichtgeving uit de jaren ’50-’60, in op een gebeurtenis waarbij geen goederen over de grens werden gesmokkeld, maar de grens over de goederen werd verlegd. De Eltener Butternacht: de grootste legale smokkelactie in de geschiedenis van Gelderland.

Na de Tweede Wereldoorlog bleven de Nederlanders achter met een berooid gevoel. Ze hadden geleden onder de Duitse bezetting en eisten compensatie. Echter, financieel viel er niets te halen. De enige oplossing zag men in annexatie van Duits gebied. De grootste plaatsen die werden toegevoegd aan het Koninkrijk der Nederlanden waren de gemeente Selfkant van het dorpje Tüddern bij Sittard (41 km2), de Duivelsberg tussen Beek en Wylerberg (1,25 km2) en het plaatsje Elten (19,54 km2), gelegen tussen Lobith, Beek en Babberich.

Elten bloeit op?

Toen de overeenkomst op 23 april 1949 werd beklonken, was Gelderland bijna 21,5 km2 groter en kreeg er in één klap 3500 inwoners bij. De volkshuisvesting, verbetering van wegen en aanpak van de criminaliteit stonden als eerste op het programma. De middenstand van Elten bloeide op. Het Nieuwsblad van het Noorden berichtte in september 1949 dat er al twee miljoen toeristen het nieuwe gebied hadden bezocht. Als enige “Luftkurort” in Nederland had Elten een enorme aantrekkingskracht; de Kurhotels zaten vol.

Onenigheden

De Eltense kwestie zorgde voor onenigheid. Onderwijzers weigerden de Nederlandse taal te doceren op de scholen. Er verschenen af en toe pamfletten met de strekking: “Wir sind und bleiben Deutsch”. De Bondsrepubliek bleef aandringen op teruggave van de gebieden. In 1959 kopten enkele kranten: “Bonn komt over de brug”. De eerste onderhandelingen over de compensatie waren begonnen. Op 8 april 1960 werd besloten dat Elten en Tüddern teruggegeven zouden worden aan Duitsland. In de nacht van 31 juli op 1 augustus 1963, klokslag 12 uur, zou de overdrachtsakte getekend worden. Elten zou weer Duits worden.

Snode plannen

Enkele dagen voor de overdracht deed de communistische krant ‘De Waarheid’ verslag van de sfeer in Elten, maar vooral van de snode plannen die daar werden gesmeed. Zo berichtte de krant op 26 juli 1963: “De waard kijkt omzichtig om zich heen en buigt zich over de toonbank. ‘Hier in Elten hoor je de biggen zelfs op de vliering gillen,’ fluistert hij. ‘Om van de koffiegeur in veel huizen maar niet te spreken.’” Iedere inwoner van Elten mocht tien kilo koffie, één kilo thee en tien liter sterke drank in huis hebben. De Duitse overheid kondigde vlak voor de overdracht aan dat op het teveel gecontroleerd zou worden en later alsnog belasting betaald moest worden.

Elten als kolossaal pakhuis

Het Limburgs Dagblad beschreef Elten in juli 1963, vlak voor de overdracht, als “een kolossaal pakhuis vol levensmiddelen.” Grote trucks met opleggers stonden kriskras langs de straten geparkeerd. De boeren hadden opeens opvallend veel vee in hun weiden staan. Zelfs het Eltense schuttersfeest werd vroegtijdig beëindigd; er was ruimte nodig. De eigenaar van de Eltense bioscoop zou naar verluidt 1000 gulden per dag voor de opslag van goederen krijgen. De dozen met conservenblikken vulden de zaal tot de nok toe. Op al deze goederen zouden, na 0.00 uur, geen invoerkosten betaald hoeven te worden. Tenminste, als het lukte…

Het uur 0

Om 12 uur ’s nachts zou de overdracht plaatsvinden. ‘De Waarheid’ berichtte over de vooravond: “Tegen acht uur was half Elten op straat. De café’s, waar een leger chauffeurs op het uur 0 zat te wachten, waren stampvol. Vol spanning wachtte men af wat de Duitse douane zou gaan doen als het convooi zou gaan rijden.” Toen de Duitse Regierungsbezirkvertreter Elten binnenreed, steeg er gejuich op. “Elten zong Deutschland, Deutschland über alles, en alles was weer goed. De café’s bleven stampvol tot in de ochtend.”

Grootste legale smokkel

Wat was nu de winst? In totaal zou 4.270 ton goederen Elten hebben verlaten 1 augustus. De Duitse overheid meldde er bovenop te zitten. Maar toen het leed geschied was, gaf men niet thuis. En zo kwam het dat met de overdracht van Elten en Tüddern van Nederland naar Duitsland, later bekend als de ‘Butternacht’, slimme handelaren tussen de 40 en 50 miljoen gulden hebben bespaard op invoerkosten. De grootste legale smokkel in de geschiedenis van Gelderland.

Jette Janssen

Tags:

Geef een reactie