Mijn verhaal over ‘Leven in de Liemers en met name in Duiven’

reactiedatum februari 2016
Mijn verhaal over ‘Leven in de Liemers en met name in Duiven’ gemeente Duiven

Ik weet nog goed hoe mijn Liemerse verhaal is begonnen. In 2000 ging ik samen met mijn toenmalige partner op zoek naar een woning nadat duidelijk werd dat mijn nieuwe baan in Arnhem een vast contract zou opleveren. In eerste instantie was het puur toeval dat ik vanuit Groningen in Duiven terecht kwam. We vonden na enig zoeken in de regio een passende woning met tuin op loopafstand van het station in Duiven. Hierdoor kon ik dagelijks met de trein naar m’n werk in Arnhem zonder dat ik nog aanvullend van een fiets gebruik behoefde te maken. Duiven blijkt optimaal gelegen aan het spoor, maar ook direct aangesloten op het landelijk snelwegennet. Met familie in het zuiden, maar vooral het noorden van het land is de ligging aan de A12 een superuitvalsbasis. De direct noodzakelijke voorzieningen zijn in Duiven goed geregeld, en mijn bovenliggende wensen komen in de regio voldoende aan hun trekken. Kortom Duiven voelt als een prima woonplek.

Wonen in Duiven

Het betrof niet alleen een prima woonplek. Met mijn meeverhuisde racefiets heb ik al snel kennis opgedaan van het dijklandschap en de prachtige vergezichten. Recreatief was er ook het nodige te ondervinden langs de vele fietspaden. Ondertussen is mijn racefiets na een winterstop nooit meer uit de berging gekomen. Nu vind ik mijn vertier met het wandelen met mijn hond in het prachtige Horsterpark. Daar kan ik maar geen genoeg van krijgen. Graag ga ik er samen met mijn partner wandelen en aansluitend genieten van een kopje koffie met huisgemaakt appelgebak op het terras van het theepaviljoen of straks op de vlonder aan het water.

Direct na de sleuteloverdracht begon het klussen in ons eigen hoekhuis aan de Heggewikke. De kleine en grotere bouwmarkten op onze bedrijventerreinen zijn snel gevonden. Op één van de eerste klusavonden wordt er plots aangebeld. Meteen komt de zorg in me op dat de buurt mogelijk overlast heeft ervaren door ons nog late klussen. Echter wat schetst mijn verbazing, bij het open doen staan de bewoners van de drie overige hoekhuizen met een geweldig boeket bloemen op de stoep. Wat een verrassing, wat een welkom!!! Formeel nog niet eens verhuisd en het contact met de buren is nu al tot stand gekomen. Het blijkt een basis voor een nog altijd voortdurende goede burenband. Niet dat we bij elkaar de deur plat lopen, maar voor zowel gezelligheid als in tijden van nood weten we elkaar te vinden. Vooral in de zomer zijn de contacten redelijk intens. Vele watergevechten staan in mijn geheugen gegrift, waarbij ik steeds moet erkennen dat mijn waterleidingtuinslang geen partij is voor de grondwaterpomp van mijn buren.

Goed buurtcontact was in het Groningse dorp waar ik ben opgegroeid niet vreemd. Een fenomeen wat ik in het Noorden eigenlijk niet kende was het groenmaken tijdens feestelijke hoogtijdagen. Bijzonder om samen als buurt de tuin van buren te versieren op de trouwdag en de huwelijksjubilea. Ook zelf mocht ik ervaren hoe het is om dat ook cadeau te krijgen op je eigen trouwdag. Het is leuk, gezellig en het schept nog een band ook.

Duiven is wat betreft woon- en leefklimaat voor mij een prettige omgeving. Dat werd onderstreept doordat ik mij snel aansloot bij de protestantse gemeenschap van de SoW-kapel. Dat versterkte zeker in de beginjaren mijn “zijn” en deed me beseffen dat ik ergens onderdeel van uit mocht maken. In het begin was het wel wennen dat ik als nuchtere protestant vanuit de Groningse calvinistische cultuur, terecht was gekomen in een cultuur die overheerst werd door rooms katholieke gebruiken en tradities. Opeens blijkt het heel normaal dat op de zondag ook de nodige culturele en politieke activiteiten plaats vinden. En wat te denken van die carnavalsverenigingen en schuttersfeesten. Met carnaval was ik niet opgegroeid. Mijn echte kennismaking met het carnaval vond plaats in Groessen. Het eenmalig bezoeken van de optocht op de hoek Heiliglandsestraat/Dorpstraat kreeg jarenlang een vervolg, zelfs feestburcht Gieling heb ik toch nog eens in een boerenkiel bezocht. Het was reuze gezellig, maar als je zoals ik niet behept bent met het carnavalsvirus blijft het toch een feest waar je toeschouwer bent. Toen ik later wethouder werd, en daarmee ook kennis maakte met het fenomeen pronkzitting, heb ik wel grote waardering gekregen voor de grootse inzet van vele dorpsbewoners. Ik voelde me op die avonden zelfs bijna onderdeel van het dorp.

Schutterijen

Anders is het gegaan met mijn betrokkenheid bij het schuttersleven in de Liemers. Tijdens de eerste jaren van mijn Duivense bestaan bleef dat beperkt tot de constatering dat er tweemaal per jaar kermisattracties in het centrum van Duiven stonden opgesteld. Op het moment dat ik in 2006 wethouder werd, mocht ik kennismaken met de drie schutterijen en het Gilde die Duiven rijk is. Mijn formele deelname als wethouder werd meteen in het eerste jaar al uitgedaagd om ook de avondactiviteiten bij te wonen. De sfeer, de mensen, de aandacht voor elkaar spraken me aan. Ik werd zelfs uitgenodigd om aan te schuiven aan een heuse kermistafel. Nog datzelfde jaar heb ik me aangemeld als lid van twee schutterijen. Sindsdien sla ik geen enkele kermis over, terwijl de attracties op straat voor mij geen betekenis meer hebben. Het gaat ook voor mij nu om de tradities en de deugden van de schutterijen, en om…….. de processie. Dat had ik me nooit kunnen bedenken dat ik met mijn Groningse roots zou meelopen in een processie. Het is nu juist de processie dat het hoogtepunt is van mijn kermisvieren. Niet dat ik alles begrijp, maar de rituelen, de ingetogen optocht en de overdenkingen op verschillende halteplaatsen (rustaltaren) laten me tot bezinning komen. Op weg naar de afrondende viering in de kerk. Aansluitend samen met mijn kermistafel de overige schutterijleden een fijne kermis wensend. Op die manier voel je je onderdeel van één grote familie, gezegend door kerkelijke bronnen. Wat een mooie traditie.

Sociale zaken

Duiven en de Liemers is weliswaar het gebied van de tradities, maar het is ook een streek waar we voor elkaar opkomen en waar we samen willen werken aan het geluk van anderen en onszelf. Terug naar de beginjaren van “mijn” Duiven. Ik was destijds werkzaam als Maatschappelijk Activeringsconsulent namens kerken. In die tijd was er een Asielzoekerscentrum (AZC) gevestigd in Duiven. Het was mijn opdracht om samen met kerken te werken aan verbindingen tussen bewoners van het AZC en de Duivenaren. Opeens ontstond er een platform Kerken & Vluchteling Duiven-Westervoort. Vele mensen wilden meedoen aan maatjesprojecten of op een ander manier bijdragen aan het integreren in de samenleving. Mensen die elkaar daarvoor niet of nauwelijks kenden, bleken bereid om samen de schouders te zetten onder het veraangenamen van het leven in een AZC. De warmte van die vrijwilligers was voor mij destijds een belangrijke inspiratiebron. Tot eind 2003 heb ik een redelijk anoniem bestaan geleid in Duiven. Dat veranderde na een oproep in de DuivenPost om te solliciteren naar de functie van onafhankelijk voorzitter van de Cliëntenraad Duiven-Groessen-Loo ten behoeve van het opkomen voor de belangen van mensen met een uitkering van de gemeente. Vanuit mijn werk had ik hier het nodige mee te maken gehad. Ik weet niet hoeveel kandidaten hadden gesolliciteerd, maar ik werd voorgedragen. Ik heb met veel drive de Cliëntenraad mede vorm gegeven en namens hen adviezen uitgebracht aan de gemeente. Een leerzame tijd. Achteraf gezien bleek het ook de opmaat naar mijn wethouderschap Sociale Zaken/Wmo in 2006 tot 2010.

Wethouder van Cultuur gemeente Duiven

In 2014 werd ik na een tussenperiode opnieuw wethouder, ditmaal ook wethouder voor Cultuur. Het was verbazend dat ik ondanks de voorbije 14 jaar als inwoner van Duiven, toch allerlei nog onbekende Culturele aspecten mocht ontdekken. Op de Open Monumentendagen heb ik havezate ‘Die Magerhorst’ mogen bezoeken en boerderij ‘Poelwijk’. Ook de rondgang om villa Snelders had ik nog niet eerder kunnen maken. En wat te denken van de kennismaking met de actieve eigen Historische Kring en de bijdragen van de regionale instellingen als het Liemers Museum.

Ik ben best een beetje trots op zoveel cultureel erfgoed en zoveel tradities in verbondenheid. Ik ben voorlopig nog niet uitgekeken en blijf graag meepraten over de bestendigheid van onze verworvenheden. Leve Duiven-Groessen-Loo als pareltjes in de prachtige Liemers.

 

Tags:

Geef een reactie